koplogo

                                   Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Kinderen gaan rekenen Aftrekken tot 100
                                  Begeleidingsdienst voor vrijescholen                                      P. van Meurs

 


De rekenkijkwijzer




De rekenkijkwijzer

In dit boek hebben we gekozen voor het beschrijven van de basisvaardigheden op rekengebied van kleuterklas tot en met klas 2. In het volgende overzicht wordt vanuit dit oogpunt het rekenen tot 100 (het gebied van de basisvaardigheden) in kaart gebracht . Ener-zijds is er de ontwikkelingslijn van het getalbegrip (elementair getalbegrip, uitbreiding van het getalbegrip tot 20 en uitbreiding van het getalbegrip tot 100) en anderzijds zijn er de bewerkingen. De kijkwijzers (ontwikkeld uit de zoekvragenlijst uit Rekenen & zorgverbreding, Ward van de Vijver, 1998) die dit gebied bestrijken dienen als hulpmiddel voor de leerkracht om zijn blik doelgerichter op het rekenproces en rekenvaardigheden van de kinderen te richten.

Schematisch is het verband tussen de kijkwijzeronderdelen onderdelen als volgt weer te geven:

 

De lijst bevat twaalf rekengebieden, die onderling verband houden.

  1. Elementair getalbegrip
  2. Overzien van kleine hoeveelheden
  3. Splitsen van de getallen tot 10
  4. Optellen tot 10
  5. Aftrekken tot 10
  6. Optellend overschrijden van het eerste tiental
  7. Aftrekkend overschrijden van het eerste tiental
  8. De getalstructuur tot 100
  9. Optellen tot 100
  10. Aftrekken tot 100
  11. Vermenigvuldigen en de tafels
  12. Delen en de deeltafels

naam

klas

10. aftrekken tot 100

aantekeningen

• Heeft het kind zich de bouwstenen eigen gemaakt die het nodig heeft voor het rekenen tot 100

bij twijfel 8

• Welke oplossingsmethoden gebruikt het kind bij het aftrekken tot 100 Zie strategiekaart 8

• Welke typen aftreksommen rekent het kind vlot uit 50-30= (alleen hele tientallen) 56-30= (heel tiental eraf) 56-33= (het tiental wordt niet overschreden) 56- 8= (overschrijding van een tiental) 56-38= (meerdere tientallen overschreden)

• Op welke denkniveau rekent het kind de sommen uit Zie strategiekaart 1

• Welk hulpmateriaal gebruikt het kind, worden deze in het periodeonderwijs aangereikt

• Kan het kind een aftreksom omzetten in een betekenisvol verhaal uit de werkelijkheid

• Andersom, kan het kind bij een context of verhaal de aftreksom bedenken

• Kan het kind de uitkomst van een aftreksom schatten?

• Kan het kind bewegend op de getallenlijn in sprongen van 10 / 1 / 5 de oplossing vinden